donderdag 8 december 2016

Honderd uur nacht

Honderd uur nacht van Anna Woltz is geschreven voor lezers vanaf twaalf jaar. Die groep zal de schrijfster beslist aanspreken, door haar humoristische, laconieke schrijfstijl; door de levende, geloofwaardige personages, en door de heerlijke vaart. Maar ook voor mij als volwassene is het een boek dat ik graag en twee keer achter elkaar heb gelezen: proevend van de rake taal, benieuwd naar het vervolg en hardop grinnikend om de rake observaties en uitdrukkingen. De ‘100 uur nacht’ slaat op een paar dagen en nachten waarin te New York tijdens de orkaan Sandy (die de schrijfster zelf heeft meegemaakt) in een deel van de stad alle elektriciteit uitviel.

De hoofdpersoon is Emilia, een Nederlands meisje van 14 jaar. Zij is gevlucht van haar thuis in Nederland omdat ze, door een daad van haar vader, achtervolgd wordt door vervelende berichten op social media; en omdat ze woedend is op die vader. Haar moeder, een beroemde kunstenares, is iemand op de achtergrond, aan we ze weinig steun heeft. Stiekem met de creditcard van haar vader boekt Emilia de vliegreis en een appartement in NY, een stad waarvan ze droomt.

Emilia is onzeker,en ze heeft smetvrees. Dat is een bijzonder lastige kwaal als je op reis gaat en zeker als de elektriciteit uitvalt en je niet meer kunt douchen, afwassen en ergens op een vieze matras moet slapen- later in het verhaal. Al in het vliegtuig op weg naar NY zien we haar worstelen met de ziekte: ’Eigenlijk ging het best goed met mij in die Boeing. Tot ik op het idee kwam om de stewardess te vragen . Driehonderd!? Ik kijk om me heen… Driehonderd mensen die hoesten en rochelen  en slijmerig niezen en de hele tijd ademen… die gaan poepen op dat wc-tje….’. Ze gaat hyperventileren.

De huurafspraak voor het appartement in NY blijkt nep. Ze ontmoet er een wat sombere jongen van haar leeftijd, Seth, en zijn negenjarig zusje Abby; hun moeder is op zakenreis. Abby is een avontuurlijk meisje met een combinatie van wijsneuzigheid en kinderlijkheid die je meteen voor haar inneemt. Op straat leert Emilia Jim kennen, een jongen die in alles is geflopt en die het moet hebben van zijn knappe uiterlijk. Emilia probeert verliefd op hem te worden. Deze vier jonge mensen gaan het huis van Abby en Seth inrichten als ‘orkaanasiel’, met water dat uit het volgelopen bad wordt getapt, met eten uit blik en zonder licht en verwarming. Ondanks verschillen en irritaties, ontwikkelt zich een band die warmer is dan die met Facebookvrienden, ‘van die vierkantjes op je schermpje’.
Emilia ontdekt dat ze niet doodgaat van alle ‘vieze’ dingen die ze moet doen; uiteindelijk mag Abby zelfs bij haar in bed slapen, ondanks de adem in haar gezicht en de haren op het kussen. Emilia ontdekt dat ze niet verliefd wordt op Jim en dat de stille, niet zo vrolijke Seth iemand is met wie ze veel kan delen.

Een paar keren gaan ze de straat op, tot waar hun mobieltjes weer bereik hebben. Dan kunnen ze bv. hun ouders laten weten dat ze nog leven; zo hoort Emilia ook dat haar ouders naar NY zijn gekomen. Als ze eindelijk met haar vader praat, blijkt dat hij wel domme dingen heeft gedaan, maar niet de smerigheid waarvan hij op internet is beticht.  En misschien gaan ze met hun drieën wel verhuizen naar NY!

In weinig woorden worden er haast terloops rake dingen getoond, bv. over Emilia’s zelfbeeld, op het moment dat ze bij de douane haar pasfoto moet laten zien: ‘Ik hou er niet van om naar foto’s van mezelf te kijken. Mijn haar is te steil, mijn ogen te groot, mijn gezicht is te bleek. Ik zie eruit alsof ik bezig ben op te lossen in het niets. Maar de foto in mijn paspoort is anders: die werd drie jaar geleden gemaakt, toen ik nog op de basisschool zat. Ik kijk onverschrokken en zie eruit alsof ik superveel zin heb in de rest van mijn leven. Ik was elf en liet sterrenkers groeien in lege eierschalen. Dat meisje ben ik dus niet meer.’ Bondig, beeldend, luchtig wordt hier veel verteld. Tot slot een paar van de vele vergelijkingen: ‘Mijn stem klinkt als bleke aardappelpuree’. Emilia zet ‘hekken in haar hersenen’ wanneer ze niet wil denken aan haar vader en de mediahetze thuis. Als ze in paniek raakt, lijkt dat op ‘een computer die uit het niets allerlei schermen begint te openen die sneller verschijnen dan je ze kunt wegklikken’.

Nogmaals, deze Anna Woltz vind ik een aanrader voor jeugd en ouder; ik ga meer van haar lezen!

Miriam Janssen

Reserveer Honderd uur nacht in onze catalogus.

Geen opmerkingen: