maandag 13 februari 2012

Een hart onder de riem

Bundeltje met 18 ongetitelde dierenverhalen (waarvan drie niet eerder gepubliceerd) om troost uit te putten. De dieren verkeren steeds in een bepaalde gemoedstoestand.

Hoe saai kan de titelbeschrijving van een boek zijn, denk ik dan. De verhalen van Toon Tellegen verdienen echt meer dan dit. Want dit zijn stuk voor stuk poëtische en filosofische en troostrijke pareltjes. De uitgever doet het beter, die vermeldt op de achterflap tenminste nog: De dierenverhalen [...] bieden de lezer troost en een bevrijdende lach. Ja, dan heb je het goed aangevoeld.

Dit piepkleine boekje Een hart onder de riem, met 18 piepkleine verhalen uit het beroemde dierenbos van Tellegen, kreeg ik onlangs kado. Een troostrijk kado, dat je alleen zult krijgen van iemand die het goed met je voor heeft. Ondanks dat je dit binnen een uur uit hebt als het zou moeten, kun je niet anders dan het na elk verhaaltje even wegleggen. Om jezelf te troosten, even bevrijdend te lachen, of gewoon wat voor je uit te staren.

Omdat ik het goed met alle bieblogvolgers voor heb, krijg je hierbij het kortste verhaaltje uit deze bundel kado, van mij.

Hierbij deel ik u mede dat de taart die ik voor mijn verjaardag heb gebakken is mislukt.
Komt u dus maar niet.
Indien u mij toch iets wilt geven: dan graag iets bemoedigends.
Ik ben de wanhoop nabij.
Het aardvarken.


De dieren zagen grote rookwolken boven het bos uit komen en hadden kort daarvoor een langdurig gerommel en enkele ontploffingen gehoord.
   Ze keken elkaar aan.
   'Ja, ja,'zeiden ze, 'taarten...'
   Ze schudden hun hoofd en dachten aan het aardvarken en zijn wanhoop. Iedereen maakte iets bemoedigends en stuurde het hem of legde het voor zijn deur.
   Terwijl de walmen van zijn zwartgeblakerde taart nog om hem heen hingen pakte het aardvarken zijn cadeaus uit, bekeek ze en snikte lang en heftig.
   Toen droogde hij zijn tranen. Heel langzaam sloop zijn wanhoop weg, verdween in het struikgewas en, later die avond, achter de horizon. Bemoedigende gedachten, die hij van de eekhoorn had gekregen, verschenen in zijn hoofd. En voordat hij in bed stapte, die avond, danste hij zelfs nog even, op zijn koude vloer, en zei tegen zichzelf: 'Hallo aardvarken. Hallo hallo.'
   Misschien, dacht hij, toen hij even later zijn deken over zijn hoofd trok, moet ik vaker iets laten mislukken. Maar voor hij verder kon denken over die vreemde gedachte die nog het meest leek op het kraken van een holle boom in een storm, vielen zijn ogen toe en sliep hij.

Reserveer in onze catalogus.
Meer dierenverhalen van Toon Tellegen in onze catalogus.

Geen opmerkingen: