  | 
| www.boekbeleving.nl | 
De vlammen stonden bevend en bedeesd 
te branden in de kerstboom, en daaronder 
eerbiedig aangetreden om het wonder 
de ezel en de os, het brave beest.
En Jozef ook, misschien het allermeest 
verwonderd over wat er met en zonder 
hem was gebeurd, maar blozender, haast blonder 
en blijer dan hij ooit nog was geweest.
Maria in Mariablauw en wit, 
de wijzen uit het oosten met geschenken. 
zou iemand aan iets lelijks kunnen denken 
bij zoveel moois en liefelijks als dit? 
Er blonk een ster. Herodes was te vroeg. 
Het kindje had nog heel wat voor de boeg.
Uit: 'Au! De rozen bloeien; 
sonnetten van bedreigd geluk'