donderdag 1 oktober 2009

Contrapunt: Enquist meets Bach

Naar aanleiding van de tv-serie Kijken in de ziel kocht ik onlangs het boek Contrapunt van Anna Enquist. Vorm en inhoud spraken tot de verbeelding: een vrouw analyseert de Goldbergvariaties van Bach en parallel aan wat ze in elke variatie ontdekt analyseert ze het leven van en met haar verongelukte dochter. Ik ken muziek, ik analyseer me te pletter, ik ben een dochter. Genoeg overeenkomsten voor die klik.

Enquist krijgt het voor elkaar om een literaire muziekanalyse te schrijven. 32 delen, 1 openingsthema, 30 variaties, in 10 groepjes van 3 gecomponeerd, elk groepje afsluitend met een canon, die steeds 1 interval verder uit elkaar ligt, tot slot het thema in de herhaling. Elk deel opgedeeld in 2 zinnen, die allebei worden herhaald, met een vast akkoordschema van 32 basnoten. En toch klinkt het thema in elke variatie bijna onherkenbaar anders. Daarin begint de analyse pas echt. Een contrapunt zoals alleen Bach dat kon schrijven.

De schoonheid van de compositie van Enquists boek zit hem vervolgens in hoe ze in 32 hoofdstukken de gevoelens bij elk deel associeert met een periode of anekdote uit het leven van 'een vrouw' en 'de dochter'. Dat ik als lezer weet dat het over haar eigen gezin gaat en dat het niet goed afloopt, bezorgt me vanaf het begin al een onderhuids kippenvel. Want ik lees mooie verhalen, over liefdevolle mensen en kansrijke levens. En Enquist gebruikt een schrijfstijl die me aanspreekt: compacte zinnen, beschouwend, zonder (vals) sentiment.

Liefhebbers kan ik zeker het luisterboek aanbevelen: afwisselend een deel van Bach, gespeeld door Ivo Janssen, en een hoofdstuk van - en voorgelezen door - Anna Enquist.

Reserveer het boek in onze catalogus
Reserveer het luisterboek in onze catalogus

maandag 28 september 2009

Woody Allen: 2x anders

Ik ben helemaal niet zo'n Woody Allen fan. Ik vond hem eigenlijk vooral fascinerend vanwege z'n consequente zwart-wit films. Maar om eerlijk te zijn begreep ik alle diepere lagen ook niet echt. De laatste jaren slaat hij echter een andere toon aan. Misschien omdat hij een nieuwe muze heeft gevonden in Scarlett Johansson en niet meer altijd zelf meespeelt. Kijk, dat levert dan gelijk een paar bijzondere films op. Ik noem er graag twee.


Vicky Cristina Barcelona
In alles een luchtige film: twee Amerikaanse vriendinnen brengen een zomer door in Barcelona, waar natuurlijk 'de man' en 'de liefde' voor de nodige perikelen zorgen. Als je niet verder kijkt dan dat, is het eigenlijk best een serieuze maar wel rare film. Die man is een recht-voor-z'n-raap macho, die meiden zijn wel erg dromerig en de ex brengt wel heel heet Spaans leven in de brouwerij. Maar als je weet dat Woody Allen hier achter zit, dan zie je ineens hoe de humor en de zelfspot er vanaf druipen. Er komt maar geen eind aan die zomer, altijd zon en wijn, overal schoonheid en het wereldje van de kunstenaars, dichters en filosofen wordt subtiel te grazen genomen. En dat allemaal rondom dat ene levensthema: de liefde. Het was even wennen, maar dan is het toch wel smullen geblazen met deze film. Oh ja, en dat muziekje, briljant.





Match Point
Van een hele andere orde is de wereld die Woody Allen hier weet te verbeelden. Niet de high society van Manhatten dit keer, maar de upper class van Londen. Een ex-prof tennisleraar weet zich via de dochter van de baas hoog op te werken in het bedrijfsleven. Het wordt allemaal een beetje ingewikkeld als hij moet kiezen tussen dat luxe maar voorspelbare leventje en de verleidelijke lusten van een Amerikaanse blonde. Humor en zelfspot heb ik er niet uitgehaald. Wel een briljant plot. En daarna de behoefte om alles nog een keer te zien, de dialogen nog beter te volgen en de 'overwegingen' aan het eind even stil te zetten. Ja, diepere lagen in overvloed, maar dit keer snap ik ze wel. Van mij mag Allen dit soort film blijven maken, en dan mét Scarlett Johanssen graag!


De trailer die mij naar het filmhuis lokte is subliem, maar helaas alleen in het Italiaans te vinden. Deze Engelstalige heeft een andere toon, maar laat wel meer van de film zien.




Reserveer Vicky Cristina Barcelona in de catalogus
Reserveer Match Point in de catalogus

donderdag 24 september 2009

Eck on the railroad - Part 1: Snikken en Grimlachjes


Er is iets met treinen. Genoeg om een korte serie over te starten op een weblog. Maar ook genoeg ter inspiratie, iets met een muze, iets onbereikbaars, iets zwerverigs.

Veel schrijvers, muzikanten en andere kunstenaars laten zich inspireren door de stoommachine op de rails, door de cadans tijdens een dagdroom op reis, door reizen, zien en weerzien, verlaten, tegemoetkomen en afscheid nemen.
Ach, u merkt wel: treinen hebben iets sentimenteels.

Soms betreur ik het dat ik slechts enkele reisjes van zo'n 10 minuten maak. Wat kan daarin nou gebeuren? Maar aan de andere kant, het kan ook genoeg zijn voor de ware liefde of voor de onvergetelijke indruk.
Vandaar mijn korte serie over wat treinen en treinreizen met mensen doen.




En omdat het hoog tijd wordt om ook eens wat poëzie voorbij te laten komen op ons blog bij deze een klassieker: het gedicht 'Aan Rika', van Piet Paaltjens, uit de bundel 'Snikken en Grimlachjes':
Slechts éénmaal heb ik u gezien. Gij waart
Gezeten in een sneltrein, die den trein,
Waar ik mee reed, passeerde in volle vaart.
De kennismaking kon niet korter zijn.

En toch, zij duurde lang genoeg, om mij
Het eindloos levenspad met fletsen lach
Te doen vervolgen. Ach! geen enkel blij
Glimlachje liet ik meer, sinds ik u zag.

Waarom ook hebt gij van dat blonde haar,
Daar de engelen aan te kennen zijn? En dan,
Waarom blauwe ogen, wonderdiep en klaar?
Gij wist toch, dat ik daar niet tegen kan?

En waarom mij dan zo voorbijgesneld,
En niet als de weerlicht 't rijtuig opgerukt,
En om mijn hals uw armen vastgekneld,
En op mijn mond uw lippen vastgedrukt?

Gij vreesdet mooglijk voor een spoorwegramp?
Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Met u verplet te worden door één trein?
Mooier kan niet, mensen...
Over liefde op het eerste gezicht gesproken! Beschouw het maar als een waardige aftrap...
Stay tuned!

woensdag 23 september 2009

In Darwins woorden

Het kan je bijna niet ontgaan zijn, 2009 is Darwin jaar. Dit jaar is het 200 jaar geleden dat Charles Darwin werd geboren en 150 jaar geleden dat zijn boek Over het ontstaan van soorten verscheen. Hoewel tijdens zijn leven al de grote waarde van zijn theorie erkend werd zijn de impact en de gevolgen voor de verdere ontwikkeling van de wetenschap nog steeds groeiende.

Gedurende zo'n herdenkingsjaar verschijnt er altijd veel materiaal en zo ook nu. In februari verscheen In Darwins woorden: leven, werk en denken van Charles Darwin. Een boek dat is opgebouwd uit drie delen over, jawel, Darwins leven, werk en denken geschreven door resp. Ranne Hovius, Chris Buskes en Griet Vandermassen. Het is een zeer toegankelijk boek, zeker vergeleken met de werken van Darwin zelf.

Tijdens het lezen van het boek drong pas tot me door hoe bijzonder zijn theorie is. Voor ons is de evolutietheorie iets vanzelfsprekends, maar in het Victoriaanse Engeland van Darwin was het een revolutie. Darwin groeide op in een relatief progressief gezin. Zijn vader was huisarts en het was niet meer dan vanzelfsprekend dat Charles Darwin ook huisarts zou worden. Hij ging studeren in Edinburgh, maar de studie kon hem niet echt pakken. Wel werd hij enthousiast van de college's biologie en geologie, die hij volgde, en hield hij zich bezig met natuuronderzoek. Toen duidelijk werd dat hij geen arts zou worden vond zijn vader dat hij toch verder moest studeren en zo ging hij naar Cambridge voor een studie theologie. Na het behalen van zijn bachelor kreeg Darwin een brief van zijn vriend John stevens Henslow, een jonge, levendige en breed geinteresserde professor in de botanica. Henslow was gevraagd of hij iemand wist die geschikt was om als ervaren, onbezoldigde natuuronderzoeker mee te reizen met een schip dat delen van de Zuid-Amerikaanse kust in kaart ging brengen. En zo vertrok Darwin, 22 jaar oud, voor zijn gedenkwaardige reis met The Beagle die vier jaar, negen maanden en vijf dagen zou duren. De reis van de Beagle wordt op dit moment opnieuw gemaakt en is te volgen via radio, TV en internet.



Na zijn terugkeer duurde het 20 jaar voordat Darwin zijn theorie durfde te publiceren. Gedurende die 20 jaar onderzocht hij steeds opnieuw of zijn theorie klopte en zo verzamelde hij enorm veel gegevens die zijn theorie konden staven. Als een concurrent van hem niet tot dezelfde conclusies was gekomen als hijzelf had het wellicht nog langer geduurd voor hij zijn theorie en public uiteenzette. De algemene opinie in die tijd luidde dat het leven op aarde enkel door een bovennatuurlijke ingreep kon worden verklaard: alle biologische soorten waren rechtstreeks door het Opperwezen geschapen. In Over het ontstaan van soorten toonde Darwin aan dat complexe wezens tot stand komen door een blinde formule zonder doel of plan, waarmee de biologie, na de fysica en astronomie, binnen het raamwerk van de wetenschappelijke revolutie kon worden geplaatst. Darwins formule luidt E=v+s+r (Evolutie=variëteit+selectie+reproductie).

Darwin was een voor zijn tijd verlicht man. Hij wordt wel beticht van rascistische en seksistische trekje, maar tegen het Victoriaanse tijdsbeeld aangehouden blijft daar niets van over. Zo was hij fel tegenstander van slavernij (we hebben het over 150 jaar geleden!) en was hij voor gelijke rechten en stemrecht voor vrouwen. Daar stond tegenover dat hij wel geloofde in hogere en lagere rassen. Dit idee was gemeengoed onder Victoriaanse antropologen, waarbij de culturele superioriteit van het westen gold als een vaststaand feit en heeft zeker ook geleid tot een aantal uitwassen waarbij de bekendste mij wel duidelijk lijkt.

Het boek biedt nog heel veel meer dat het vermelden waard is, maar ik wil hier afsluiten met een citaat:
Nu, 150 jaar na de publikatie van Darwins meesterwerk, staat de evolutietheorie
niet alleen als een huis, maar zien we haar impact ook steeds vaker terug in
andere wetenschapsgebieden dan de biologie. Het darwinisme blijkt een uiterst
succesvol onderzoeksprogramma dat zijn hoogtepunt nog niet heeft bereikt. Maar
behalve ons wereldbeeld heeft Over het ontstaan van soorten ook ons zelfbeeld
drastisch veranderd. De mens, Homo sapiens, wordt door Darwins theorie in een
ander daglicht geplaatst: de mens is geen uitverkoren wezen dat naar de
gelijkenis van het Opperwezen is geschapen, maar een recente en onbeduidende
twijg aan de oeroude boom des levens. In de geschiedenis van de wetenschap en de
filosofie is geen enkel idee geweest dat zoveel overhoop heeft gehaald als de
evolutietheorie. Door toedoen van Darwin zijn diepgekoesterde 'waarheden'
ernstig aangetast, aan het wankelen gebracht en definitief gesneuveld. Over het
ontstaan van soorten doet de wereld nog steeds op zijn grondvesten schudden. Het
is met recht het boek van het millenium.

Reserveer in onze catalogus

maandag 21 september 2009

De lege spiegel: Zen voor beginners

Jan-Willem van de Wetering (1931-2008) is altijd een beetje een held van mij geweest. Dat had te maken met zijn manier van leven en zijn belangstelling voor Boeddhisme. Het begon allemaal met zijn boekje De lege spiegel. Daarin verteld hij over zijn ervaringen in een Japans Zenklooster.

Van de Wetering was nogal een "angry young man". Werd van scholen getrapt, had ruzie met zijn vader en trok uiteindelijk de wijde wereld in. Hij las ontzettend veel literatuur en deed vroege pogingen om zelf te gaan schrijven maar dat mislukte allemaal. Hij was steeds bezig met de zin van leven. Als jongetje had hij het bombardement van Rotterdam meegemaakt en de deportatie van Joodse klasgenootjes. Hij had daar erg moeilijk mee en verloor zijn vertrouwen in een maatschappij waarin volwassenen dit soort dingen lieten gebeuren.

Na een tijd een Zuid-Afrika te hebben gewoond en inmiddels gescheiden ging hij in Londen filosofie studeren. Hij raakte depressief omdat filosofie ook geen antwoorden voor hem had. Een professor adviseerde hem om het dan eens in een klooster te proberen. Misschien was Zen-Boeddhisme wel wat voor hem. In zijn wanhoop pakt hij de boot naar Japan en in Kyoto belde hij aan bij het eerste klooster dat hij tegen kwam. De bel die hij gebruikte was een ceremoniële bel die maar één per jaar werd geluid bij een speciale gelegenheid. Dus gelijk een pijnlijk begin maar hij werd aangenomen als leken monnik. Uiteindelijk blijft hij 2 jaar en in De lege Spiegel vertelt hij zijn ervaringen. Hij beschrijft de lijdensweg van het mediteren, de problemen met de Japanse taal en cultuur en zijn contacten met andere Westerse monniken. Het is te gelijkertijd grappig en diepzinnig: wil je meer weten over Zen-boeddhisme dan is dit het perfecte boek.

Tip: op donderdag 24 september is in Bibliotheek Hengelo een lezing over Mindfulness dat ook zijn wortels heeft in het Zen-boeddhisme.

Reserveer in onze catalogus.

vrijdag 18 september 2009

De wet van Spengler - Jaap Scholten

Laat ik maar meteen duidelijk zijn: De wet van Spengler is een prachtig boek. Het is het vervolg op Tachtig, dat ik binnenkort maar eens ga herlezen.

Op de achterflap wordt gesproken over een monument voor de oudste broer, en dat vind ik nu eens geen overdreven verkooppraatje. Het boek is van een schijnbare eenvoud en eerlijkheid die ontroert.

Een adembenemende familiegeschiedenis over de welgestelde, industriële familie Spengler.
In het eerste deel gaat over de verhouding tussen de vijf broers toen ze kinderen waren tot elkaar, hun familie en hun omgeving, verteld vanuit het perspectief van Frederik. De broers groeien in armoede op in een klein plaatsje tegen de grens van België. Wanneer hun vader komt te overlijden zet hun moeder ze op de trein naar opa en oma in Twente. Daar ontdekken zij een andere wereld, die van de grootindustriëlen.

Het tweede deel speelt vanaf 2006, het verhaal maakt een sprong van meer dan 30 jaar. De broers hebben zich verspreid over de wereld. Wanneer de oudste, Julius, getroffen wordt door kanker brengt dit de broers opnieuw bij elkaar.

Jaap Scholten schrijft ingetogen, zonder sentimenteel te worden, over de dood van zijn broer. Zoals over het bewaren van de email- en sms-berichten van Frederik en Julius, de onhandige pogingen van Frederik om de zieke Julius te omhelzen. En dat terwijl lichamelijk contact tussen de stoere broers die jagen en te hard rijden in auto's niet gebruikelijk is. Zij geven elkaar niet zo gauw een hug, laat staan een kus. Dat laatste gebeurt wel als Frederik, zijn broer voor het laatst in levenden lijve ziet.

Meer ga ik er niet over vertellen, gewoon gaan lezen!

Reserveer De wet van Spengler in onze catalogus
Reserveer Tachtig in onze catalogus

maandag 14 september 2009

Little Man Tate

Het overkomt ons allemaal wel een keer: op zeker moment in je leven vallen er allerlei kleine of grotere gebeurtenissen samen en net op dat moment kom je ook nog met 'dat boek' of 'die film' in aanraking. Door alles om je heen ben je extra gevoelig voor wat die aanraking op dat moment met je doet.

Mij overkwam dat toen ik een paar jaar geleden de dvd van Little Man Tate in de speler schoof. Het regiedebut uit 1991 van hoofdrolspeelster Jodie Foster over een hoogbegaafd knulletje. Fred is zeven jaar jong, schildert de Madonna van Da Vinci, speelt pianoconcerten van Mozart en lost wiskundige vraagstukken op alsof hij Pythagoras zelf is. Zijn artistieke en wetenschappelijke genialiteit veroorzaakt een heftige emotionele reactie op de twee werelden om hem heen: de emotionele wereld van zijn toegewijde moeder (Foster) en de intellectuele wereld van zijn mentor. Verward maar vastberaden gaat Fred op zoek naar vriendjes, begrip en een eigen plek tussen moeder en mentor.

Ik had er over gehoord, was nieuwsgierig, had geen verwachtingen en wilde niets meer dan een avondje eenvoudig vermaak. Aan het eind van de film liep ik helemaal leeg, onbedaarlijk gesnotter van een ontroostbaar kind. Waarom? Kweenie. Omdat die ene snaar net op dat moment heel pijnlijk geraakt werd. Er was iets aan dat kind, aan die moeder, aan zijn eenzaamheid en verwondering, aan haar strijd om goed te doen en liefde te geven. Er knapte iets. En als een boek of film dat bij jou kan veroorzaken, heb je jouw meesterwerk gevonden. Voor dat moment in ieder geval. En zo'n moment hebben we toch allemaal wel eens nodig. Niet dan?




Reserveer in onze catalogus

vrijdag 11 september 2009

Marc Cohn


Als je z'n naam laat vallen, hoef je niet te rekenen op blikken van herkenning. Ietsje anders wordt het als je zijn bekendste nummer noemt: 'Walking in Memphis'. En dan bedoel ik natuurlijk niet de versie van Cher... Dat je je lijf wilt verbouwen moet je zelf weten, maar van goeie nummers moet je afblijven vind ik.

Nee. Marc Cohn is geen grote naam. Maar wat een mooie stem. Eigenlijk vreemd dat dit geen wereldartiest is.

Onlangs draaide ik weer een album van hem en werd ik weer getroffen door de fraaie verhaaltjes, de mooie herinneringen, de goeie muzikanten: alles lijkt kloppen, zonder dat het tè gearrangeerd wordt.
Mijn eerste kennismaking vond plaats op de kamer van een vriend van mij, die een mooie versie van een bluesnummer liet horen. Op een pickupje luisterden we naar '29 ways'. Daarna ben ik meer gaan luisteren. Eén van mijn favorieten:



Waar ik nu nog op hoop? Een keer een live-concert bijwonen...



Marc Cohn in onze catalogus

woensdag 9 september 2009

En de winnaar is... Kluun!

De laatste weken hebben we honderden inzendingen voor onze Top 90 via de site en de stembus ontvangen. De vraag 'welk boek van de afgelopen 90 jaar vond u het best, moois, meest ontroerend of spraakmakend' heeft vele lezers in de pen gekregen. En met 9,5% van de stemmen is de Hengelose winnaar:


Vanmiddag hebben we tijdens het 90-jarig jubileumfeestje Bibliotheek Beursplein de boekenbon van €90,- overhandigd aan Bert Holst. Hij voorzag zijn keuze van een persoonlijke toelichting:
Ongetwijfeld niet het best geschreven boek ooit, en misschien ook niet literair helemaal verantwoord, maar wel een boek uit het leven gegrepen. Rauw, direct, aangrijpend en soms ook hufterig. En in elk geval letterlijk spraakmakend!
Een andere inzender schreef over Kluun:
Zelden tot nooit een boek gelezen dat je zo heen en weer slingert tussen emoties.
Kennelijk kiest de Hengeloër graag voor rauwe, directe boeken die je tussen emoties heen en weer slingeren. Wat ook blijkt uit het feit dat op dit moment alle 19 exemplaren en het luisterboek zijn uitgeleend. Toch leuk om te weten!

Wat opvalt is dat in de uiteindelijke top 9 het laatste decenium met vier titels prominent aanwezig is. Misschien omdat die boeken nog vers in het geheugen liggen? Of zouden we met deze verkiezing een doelgroep hebben bereikt die minder 'gegrepen' wordt door het oude repetoire? Kijk maar eens naar deze shortlist - aangevuld met opmerkingen van lezers - en oordeel zelf.

2. J. Bernlef: Hersenschimmen
Mijns inziens nog steeds een eyeopener voor het begrijpen en meeleven met mensen die aan dementie lijden.

3. Thea Beckman: Kruistocht in spijkerbroek
(of zoals iemand schreef: Kruistocht in spiekerbox)
Door dit boek kreeg ik inzicht in de uitgebreidheid van mijn eigen kennis, welke zo normaal lijkt als je op school zit. En ik werd me bewust van het "collectieve" van cultuur en belevingswereld, wat zo enorm verandert door de tijd en zo moeilijk benoembaar is.

4. Anne Frank: Het achterhuis
5. Tessa de Loo: De tweeling
6. Jan Siebelink: Knielen op een bed violen
7. Kader Abdolah: Het huis van de moskee
8. Thomas Rosenboom: Publieke werken
Omdat een naïve strijd misschien wel de mooiste strijd is...

9. Theo Thijssen: Kees de jongen
Is het enige boek dat ik meerdere malen heb gelezen en elke keer werd ik ontroerd. Ik las het voor het eerst toen ik een jaar of 15 was, en lees het ongeveer elke 10 jaar weer. Er zijn veel mooie boeken geschreven, maar dit boek blijft altijd het beste boek.

Voor sommige lezers was onze Top 90 niet voldoende. We ontvingen ook titels van boeken die niet op de lijst stonden, zoals Spijt, Lord of the rings, Ontdekking van de hemel, De vliegeraar en Harry Potter. Wat bij mij het gevoel oproept dat we zo'n verkiezing vaker moeten doen, met vooral veel verschillende thema's. Dan komen alle lezers en schrijvers zeker een keer aan bod.

Eén inzending wil ik graag even in het zonnetje zetten. Mevrouw Tiems nam de moeite om ons uitgebreid te laten waarom zij niet meedeed aan deze verkiezing:
Er zijn er natuurlijk zo veel; mij valt op dat iedereen voor "echte" literatuur kiest, terwijl volgens mij thrillers en detectives zeker zo veel gelezen worden. Mijn keuze valt dan ook op Mannen die vrouwen haten uit de Millenium trilogie van Stieg Larsson; veel verhaallijnen die uiteindelijk in deel drie samenkomen. Spannen en alle drie delen heb ik in één ruk uitgelezen. Uit mijn jeugd zou ik kiezen voor Kruistocht in spijkerbroek. Spannend, emotioneel; huilen dus. Dat geldt ook voor Komt een vrouw bij de dokter. En natuurlijk ook Duizend schitterende zonnen. Dus eigenlijk komt het erop neer dat ik niet wil kiezen. Ik laat mijn stem verloren gaan en blijf lekker lezen. En de uitgelezen plek om al dat leesvoer te vinden blijft voor mij jullie fantastische bieb. Ik ben lid vanaf mijn 7e, gestart aan de Paul Krugerstraat jeugdbieb, daar woonde ik naast. Kortom een lang verhaal, geen stem. Sorry. Succes met jullie verkiezing.
Geen punt en bedankt! Blijf vooral komen, en nu ook genieten van onze vernieuwde begande grond.

maandag 7 september 2009

Karakter

Bibliotheek Hengelo blogt top 90: 1929-1938

Ik moet bekennen dat ik Karakter van Ferdinand Bordewijk nooit had gelezen. Maar een top 90 canon moet ook inspireren, toch? Ik sprak vorige week bij de top 90 expositie in de bibliotheek een mevrouw die net met de VUT was: zij was van plan om alle 90 boeken te gaan lezen! That's the spirit!

Mijn keus van de mij onbekende top 90 boeken viel op Karakter. Typisch zo'n "moet ik toch ooit een keer lezen" boek. Nou, ik kan het iedereen aanraden: Karakter is een boek dat na 60 jaar nog steeds staat als een huis. Heel in het kort het verhaal: Jacob Katadreuffe weet zich in het vooroorlogse Rotterdam ondanks zijn armoedige jeugd en tegenwerking van zijn vader, de machtige deurwaarder Drevenhaven, op te werken tot advocaat.

Je wordt meteen gegrepen door het verhaal met zijn bizarre karakters. Vooral Drevenhaven is bijna een karikatuur van de harteloze deurwaarder die bij huisontruimingen meedogenloos moeders met kleine kinderen in de stromende regen op straat zet. Ook de moeder van Katadreuffe is een eigengereide en eigenaardige vrouw die als dienstbode, na een eenmalige vrijage, zwanger wordt van Drevenhaven maar daarna niks meer met hem te maken wil hebben. Maar ook de andere figuren zijn interessant beschreven en als karakter goed geanalyseerd: Bordewijk was zelf ook advocaat en dat is een beroep waarin je waarschijnlijk wel wat mensenkennis opdoet.

Wat me opviel waren de typische namen die Bordewijk gebruikt in het boek: Katadreuffe, Piaat, Carlion, Te George, Kalvelage, etc. Dat blijkt een beetje een handelsmerk van Bordewijk te zijn: ook in zijn ander boeken zijn de namen lichtelijk vreemd. En het verhaal gaat dat het allemaal namen waren die hij opzocht in het telefoonboek. Ik heb het even gecheckt maar Katadreuffe en de meeste andere namen staat er niet (meer?) in. Wel een studentenhuis in Delft met de naam "Lorna te George", de vrouw waar Katadreuffe verliefd op wordt. Die studenten kennen dus hun klassiekers!

In 1997 is Karakter verfilmd en won in 1998 een Oscar als Beste Buitenlandse Film. Jan Decleir speelt de rol van Drevenhaven.

Reserveer in onze catalogus:

Het boek
Het luisterboek
De video

zaterdag 5 september 2009

Tussen mal en dwaas - Simon Carmiggelt

Bibliotheek Hengelo blogt Top 90: 1949-1958

Aanvankelijk zaten we als een kneuterig echtpaar bij de leeslamp - zij met De pest van Camus en ik met De walging van Sartre, maar tóch de thee gezellig op het lichtje, of we Willy Corsari op de knie hadden. Toen brak opeens alles stuk, doordat mijn vrouw uit haar stervende ratten opkeek om polemisch te zeggen: 'Morgen heb ik tachtig gulden nodig.”


Zo begint Simon Carmiggelt zijn 'stukkie' over een tamelijk komisch aflopende echtelijke twist in de bundel Tussen mal en dwaas, een bloemlezing van kroegbezoeken tot een recept voor comfortabel ontwaken.


Het schijnt dat Simon Carmiggelt niet veel meer wordt gelezen. Jammer, want bij het herlezen was het voor mij meteen weer een feestje van herkenning en genieten. Dit boekje stond ooit bij mijn ouders in de kast en ik las het toen ik een jaar of 16 was. Carmiggelt beschrijft op heldere en scherpe wijze het alledaagse; veelal ontmoetingen met mensen in een café, park, markt of trein.
Ook zijn taal blijft erg leuk om te lezen. Soms wel ietwat gedateerd vanwege de woorden die nu niet meer gebruikt worden. En toch….zijn `stukkies` kloppen gewoon.

Dat boekje smaakte naar meer en gelukkig hadden mijn ouders meer boekjes van hem in de kast staan. Zoals de Kroegverhalen, humoristisch, vaak een lach en een traan. Vooral de term 'de vaste jongens' in plaats van 'stamgasten' vind ik geweldig. Als je Simon ooit een keer gelezen blijf je grijpen naar zijn boekjes.
Carmiggelt schreef ooit over zichzelf nadat hij een van zijn eigen prille werken gelezen had: “Dat is een opgewekt jongmens; daar zou ik best aan willen worden voorgesteld!

Mooie herinneringen heb ik ook de televisie-uitzendingen, waarin hij uit eigen werk voorlas op zeer droge wijze en waarbij zijn gebit altijd zo'n vreemd geluid maakte. Aandoenlijk en grappig vond ik het.



Reserveer in onze catalogus

donderdag 3 september 2009

Van koninklijke bloede

Bibliotheek Hengelo blogt Top 90: 1969 - 1978

In 1975 verscheen Twee vorstinnen en een vorst. Ik zat toen op de middelbare school en in die tijd werd er nog gelezen 'voor de lijst'. Voor velen een straf en dat uitte zich in het verplicht afraffelen van de lijst met voorgekauwde, uit de schoolbibliotheek afkomstige, beduimelde boekjes, liefst zo dun mogelijk. Ik was ook toen al een leesbeest en iets wat ik absoluut niet gedaan heb is het lezen van die vergeelde, vol met ezelsoren, mufruikende bladzijden. Nee, ik ging voor nieuw. En één van die, relatief, nieuwe boeken was dus 'Twee vorststinnen en een vorst' van R.J. Peskens. Een boek uit m'n hart gegrepen en op mijn, met hormonen doorgierde lijf geschreven, want vol met burgelijke ongehoorzaamheid, verzet tegen de bezittende, heersende klasse, feminisme en anarchie.

Het boek is eigenlijk een verhalenbundel. De verhalen samen schetsen een mooi beeld van het leven in Nederland, en specifiek Vlissingern, van ongeveer 1920 tot heden, wat dus midden jaren 70 is. De verhalen worden door de ik-figuur verteld in chronologische volgorde en gaan vooral over zijn relatie tot zijn ouders, waarin zijn moeder letterlijk een dominante rol vervult. Het gezin is arm ondanks dat er hard gewerkt werd. Zo ging dat soms in die tijd. Maar moeder was trots, met een sterk gevoel voor rechtvaardigheid, liet zich niet vernederen en deed wat een vrouw in die tijd, uit dat milieu kon doen: opkomen voor haar kinderen en er voor zorgen dat ook haar kinderen, op een niet altijd door de burgerlijke maatschappij gewaardeerde manier, niets tekort kwamen. De twee vorstinnen uit het boek zijn Koningin Wilhelmina en de moeder, die een jaar lang met elkaar correspondeerden. Vader is de vorst. Het is treurig, maar in het laatste deel van het boek zien we het verval van deze dominante, trotse vrouw, tot een dementerende, doelloos wegkwijnend vogeltje en het wegzakken van een eens in het verzet gezeten vader in verveling en treurigheid.

Peskens schreef ook 'Mijn tante Coleta' waarin verteller en ouders eveneens hun rol hebben.
Peskens is het pseudoniem van Geert van Oorschot. Van Oorschot richtte in 1946 de uitgeverij G.A. van Oorschot in Amsterdam op. Naast Menno ter Braak, Multatuli en Couperus omvat het fonds de omvangrijke Russische bibliotheek.
In 1981 werd 'Twee vorstinnen en een vorst', samen met 'Mijn tante Coleta' verfilmd met Kitty Courbois en Linda van Dijck in de hoofdrollen.

maandag 31 augustus 2009

Het Achterhuis

Bibliotheek Hengelo blogt Top 90: 1939 - 1948

Was u zo'n kind met een dagboek? Nou, ik dus wel. Pagina's vol ontluikend puberleven, met de bijbehorende lach & traan. Ouders, school, vrienden, familie, eerste liefde, eigen lichaam, andermans nukken, niets en niemand bleef bespaard. Vooral ikzelf niet. Wat ik heel goed kon, was heel veel vragen stellen. Maar meestal gaf er niemand antwoord.

Ergens in die periode van m'n eigen schrijfsels kwam Het Achterhuis op m'n pad. Ik weet nog dat ik eigenlijk meer gefascineerd was door het verhaal achter het dagboek dan door de inhoud ervan. Een meisje van mijn leeftijd, ondergedoken, omgekomen, alleen een vader die overblijft en dan ineens alles wat haar dagboek teweeg heeft gebracht. Tot op de dag van vandaag verschijnen er toneelbewerkingen, films en boeken over 'het leven van'.

Ik weet ook nog dat ik me tijdens het lezen afvroeg wat er dan toch zo bijzonder aan was. Was Anne Frank echt zo'n goede schrijfster? Maar waar zat hem dat dan in. Was ze echt zo wijs? Maar ze kon toch ook best 'kwebbelen'. Of kwam het door datgene wat ze meemaakte? En al die andere schrijnende boeken en dagboeken van oorlogsslachtoffers dan. Of zou al die aandacht voortkomen uit diezelfde fascinatie als de mijne. Of was ik misschien gewoon nog te jong om het te snappen. Het Achterhuis heeft me toen in ieder geval wel geïnspireerd om zelf te blijven schrijven, om een eigen Kitty in m'n leven te roepen en zelfs om meer aandacht te besteden aan wat en hoe ik schreef. Maar een antwoord op al die brandende vraag heb ik nooit gevonden.

Speciaal voor deze Top 90 heb ik Anne's dagboek weer uit de kast gehaald en het met volwassener ogen herlezen. Of ze een groot schrijfster zou zijn geworden, durf ik niet te zeggen. Haar kracht en wijsheid zit wat mij betreft vooral in de laatste 20-30 pagina's. Maar ik moest er niet aan denken zo lang en onder die omstandigheden opgesloten te zitten met acht mensen. Dat gegeven plus de trieste afloop van al die levens, maakt het toch wel een bijzonder dagboek.

Reserveer het boek in onze catalogus
Reserveer het luisterboek in onze catalogus
Reserveer de dvd in onze catalogus