donderdag 21 juli 2016

Het mechaniek van de ontroering

Een schilderij, een dichtregel, een enkel melodietje: ze kunnen je hart openen. Waarom en op welk moment springt het slot van de ontroering ineens open? Dit is wat Kopland onderzoekt in zijn bundel essays Het mechaniek van de ontroering.

Hoewel het woord ‘mechaniek’ anders doet vermoeden, wordt hier niet iets ontrafeld of uitgevonden. Het is veel minder tastbaar en meetbaar, dit gevoel van: ‘Ja, dit is het’! Ineens is de lezer/de dichter groter dan zichzelf, voelt zich opgetild. Of misschien is het wel de omgekeerde beweging: neerdalen in een kern, in ‘dat waar het om gaat’ - al vinden we daar geen woorden voor. Kopland zegt het zo: ‘Alsof ik ineens ervoer hoe de wereld is. Vanaf dat moment heb ik deze ervaring willen ondergaan en haar zelf willen oproepen’ (p.85)

De titel van één van de essays in Koplands boek is: ‘Herinneringen aan het onbekende’. Zo iets moet het zijn: een aanvoelen van iets dat het weten ver te boven gaat, maar dat altijd al klaar lag op de bodem van je ziel. Kopland stelt zich in deze bundel essays niet alleen op als kijker, luisteraar, lezer. Ook speurt hij naar zijn eigen proces als dichter. Hij laat ons meelezen in zijn aantekeningen over het schrijven van zijn ‘Stilleven met goudplevier’ en het gedicht ‘Dankzij de dingen.’ Ik gebruik vaak citaten uit deze hoofdstukken in mijn cursussen poëzie. Het is troostend voor ander dichters om Koplands worsteling te lezen, en te merken dat dit dus kennelijk hoort bij het creatieve proces. Ook - of misschien juist - het nog niet weten wat je wil zeggen, brengt je dichter bij de kern. Er zit veel blanco papier in deze beschrijvingen, veel aarzeling, doorhalen en weggooien. Net als in het schrijfproces. Door het heel precieze wegen van zijn woorden zoekt Kopland naar de essentie van zijn eigen gedicht: waar gaat het nu eigenlijk over! Wat wilde ik zeggen, wat heeft mij zo getroffen dat ik er een gedicht over wil maken? Langzaam aan, al schrijvende, krijgt hij een vermoeden van wat hem zo ontroert in dat stilleven met die goudplevier, in de geur van die vrouw. ‘O, was dat het?’ En dan springt het slot open.

Miriam Janssen

Reserveer Het mechaniek van de ontroering in onze catalogus.

Geen opmerkingen: